|
|||
Sinds 2010 proberen The Paper Kites hun warme, akoestische indie folkpop vanuit Melbourne, Australië de wereld in te sturen. Met hun single “Bloom” (2010) lukt het hen vrij aardig om media-aandacht te krijgen, inmiddels werd dit nummer bijna 150 miljoen keer gestreamd, voor de band dus een echte hitsingle al werd het nummer nooit fysiek als single uitgebracht. Hun eerste EP “Woodland” (2011) deed het vrij behoorlijk, opvolger “Young North” (2012), ook al een EP, confirmeert dit succes. Debuutalbum “States” ziet het licht in 2013, het live gebeuren van de band blijft voorlopig beperkt tot voornamelijk Australië en de USA. Op zoek naar een nieuw geluid voor de ‘moeilijke’ opvolger van het debuutalbum belandt men bij producer Phil Ek (Fleet Foxes) die samen met de band de nadruk legt op de synthesizer en bas waardoor de dromerige folkpopnummers een ‘ambient’ gevoel meekrijgen. Het album “Twelvefour” brengt de band ook naar Europa waarbij ze er niet voor terugschrikken om een gedeelte van het optreden volledig in het duister te spelen kwestie van de emotionele songs volledig tot je door te laten dringen. Vorig jaar verraste de band ons met het uitbrengen van twee albums in één jaar, “On The Train Ride Home” (2018) is een vooral akoestisch album met spaarzame instrumentatie waarbij de stem van zanger Bentley de nummers stuurt. Later op het jaar kwam men met het album “On The Corner Where You Lived” dat geluidsmatig dicht aanleunt bij “Twelvefour”, co-producer Peter Katis (The National, Interpol) geeft een iets hipper geluid aan de alweer emotioneel geladen nummers van de band. De US is inmiddels de primaire afzetmarkt van de band maar ook in Europa blijft hun succes in stijgende lijn gaan. Een Europees luik van hun jongste tour mag dan ook niet ontbreken, in februari stonden ze reeds in de AB-club, vandaag is het de Trix club in Antwerpen die het Australische vijftal mag ontvangen. Om hun optreden onmiddellijk in de juiste sfeer te brengen wordt het openingsnummer van hun laatste album “A Gathering On 57” op band afgespeeld, de instrumentale muziek met warme saxofoontonen doet aan Van The Man denken. Wanneer de vijf muzikanten het podium betreden en het nummer “Give Me Your Fire, Give Me Your Rain”en “Revelator Eyes” door de boxen knallen weten we dat de huidige Paper Kites niet alleen voor dromerige folkpop staan. De band speelt een mooie mix van nieuwe en oudere nummers, centraal staat steeds de stem van Sam Bentley die vaak met zijn ogen dicht een emotionele weerspiegeling van zijn songpersonages bezingt. De band zorgt voor steeds een integrerende begeleiding met de indringende gitaar van David Powys en het nu al kenmerkende bas-synth geluid van drummer Josh Bentley, bassist Sam Rasmussen en keyboardspeelster Christina Lacy. Toch kunnen ook de oudere nummers rekenen op heel wat meeval, “Arms” dat ingezet wordt met zacht gitaargetokkel, de mooie stem van Bentley erover heen waarna de voltallige band laat horen dat ze vocaal een erg aantrekkelijke samenzang bezitten. Ook het volgende nummer “Paint” is van die orde, een nummer voor de liefhebbenden die elkaar niet kunnen loslaten tijdens de show, maar vooral geschreven voor de eenzame singles die stiekem een traan wegpinken. Ja het publiek is stil, maar dat is goed, geen geschreeuw of gekrijs tijdens deze weemoedige, vaak trieste laatavond nummers. Tijdens “Deep Burn Blue” moet de basstem van Bentley erg laag gaan, een hoogtepunt uit het nieuwe album. Voor deze reeks concerten speelt de band exclusief een nieuw nog niet verschenen nummer, “Straight To You”, het doet erg denken aan de AOR-muziek van de jaren 80 met een prominente synth, nogal glad nummer wel radiogevoelig. Wanneer gitarist Powys zijn banjo tijdens “St. Clarity” bespeelt is er een eerste, kort meeklapmoment van het publiek. ‘Ook op het volgend nummer mag je gerust proberen mee te klappen of beter zingen’ zegt Bentley, ‘het is een happy song’ waarna hij “Bloom” start, mooi, gevoelig, warm en meezingbaar. “Electric Indigo” blijft een topnummer uit het vorige album met ook weer een refererend geluid naar de jaren 80. Afsluiten doet men met “Don’t Keep Driving” een nummer waarvan de intro verdacht lijkt op die van “Purple Rain” van Prince, och ja ook van de jaren tachtig waar ze dus danig door beïnvloed zijn. De band komt nog voor één nummer terug “On The Train Ride Home”, gespeeld met vier gitaren en een bas, fraaie leadzang en heerlijke samenzang. Luc Nuyts
|
|||
|